Door de huidige cirisis willen Nederlandse consumenten hun financiële buffer vergroten. Bijna vier op de tien zegt nu geen buffer te hebben, volgens onderzoek van ING.
Sparen
Consumenten streven naar een grotere financiële buffer dan ze op dit moment hebben. Dat blijkt uit een enquete van ING onder 65.200 respondenten. Zes op de tien (61%) heeft een gemiddelde buffer van acht maandsalarissen om aan te spreken ‘in het geval dat’. De verschillen zijn groot: 18% heeft meer dan vijftien maandlonen achter de hand, 23% minder dan vijf.
Gemiddeld streven de respondenten naar een grotere buffer dan ze nu hebben. Van de 41.100 respondenten streeft ruim een derde (36%) geen buffer na. De overige twee derde (64%) werkt er momenteel aan om achtenhalf maandsalaris achter de hand te hebben voor eventuele mindere tijden.
Sparen uit voorzorg
Consumenten sparen momenteel vooral uit voorzorg. Van de 38.800 respondenten noemt 37% dit als reden. Een op de vijf (20%) spaart om vermogen op te bouwen en nog eens een op de vijf (19%) voor een grote uitgave. Een op de tien (10%) spaart voor iets anders en 15% spaart niet. Dat sparen uit voorzorg zo hoog scoort, hangt onder andere samen met arbeidsmarkt. Werkloosheid is een zorg en werknemers zien hun kansen op een nieuwe baan afnemen. Ook het huishoudboekje van de overheid speelt een rol. In de toekomst zal de overheid de lasten moeten verhogen en moeten bezuinigen. Dat gaat huishoudens linksom of rechtsom geld kosten.
Onzekerheid zet consumptie onder druk
Dalende beurskoersen en huizenprijzen hebben het vermogen van huishoudens doen dalen. Veel consumenten willen daardoor hun uitgaven niet opschroeven, of kunnen dat niet. Daarbij komt dat consumenten onzeker zijn over de arbeidsmarkt en toekomstige overheidsmaatregelen, waardoor zij een grotere financiële buffer willen. Pas als de onzekerheid afneemt zal ook de consumptie zich herstellen.
Omslag in spaargedrag?
Voor de zomer (mei 2009) bleek uit onderzoek van bureau Winkle in opdracht van de Nederlandse financiële dienstverlener MoneYou, dat maar liefst drie op de vier Nederlanders is bang voor financiële tegenslagen zoals verlies van inkomsten of een kapotte wasmachine. Toch onderneemt 93 procent geen actie om zich op dit soort onvoorziene omstandigheden voor te bereiden. De noodzaak tot het aanleggen van een spaarbuffer lijkt met het onderzoek van ING een duidelijke omslag gemaakt te hebben.
Te kleine spaarbuffer
Gemiddeld genomen heeft een Nederlands huishouden, naast andere mogelijke spaardoelen, € 8.000,- achter de hand voor noodgevallen. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) adviseert voor een gezin met 2 kinderen, een koopwoning en een gezamenlijk netto maandinkomen van € 2.800,- een buffer van € 12.700,- op de spaarrekening. Het gemiddelde Nederlandse huishouden komt daarom bijna € 5.000,- tekort om financiële tegenvallers op te vangen.