Tijdens de financiële crisis is een deel van de Nederlandse spaarders zich voorzichtiger gaan gedragen.Vooral spaarders met goede kennis over het financieel toezicht en/of negatieve ervaringen tijdens de financiële crisis gaan behoedzamer om met hun spaargeld. Veel spaarders verdiepen zich niet in spaarproducten en banken. Uitzondering daarop zijn spaarders die hebben ervaren dat hun bank failliet is gegaan of overheidssteun heeft ontvangen, zij worden (zeer) voorzichtig. Zo winnen zij relatief veel informatie in over banken en spaarproducten. Ook zijn zij meer geneigd hun spaargeld te spreiden over meerdere banken. Dit blijkt uit een DNB-enquête gehouden onder 1867 respondenten.
Veel spaarders verdiepen zich niet in spaarproducten en banken
Een aanzienlijk deel van de spaarders maakt spaarbeslissingen zonder hierbij grondig informatie in te winnen over het spaarproduct en de bank die ze aanbiedt. 40% van de respondenten heeft zich vooraf niet of nauwelijks verdiept in spaarproducten. Het verzamelen van informatie over banken is nog minder populair: 46% van de respondenten wint nauwelijks tot geen informatie in. Slechts een klein deel van de Nederlanders geeft aan veel informatie in te winnen over dit onderwerp.
Meerderheid spaarders doet niet aan risicospreiding
Daarnaast is onderzocht of spaarders hun spaargeld spreiden over meerdere banken, welk deel van hun spaargeld ze vastzetten en in welke mate ze gedurende de crisis spaargeld hebben verplaatst naar een andere bank. De meeste respondenten doen niet aan het spreiden van spaargeld, meer dan de helft doet dit niet. Ruim een kwart van de spaarders heeft spaargeld vastgezet. Hierbij gaat het meestal om minder dan de helft van het spaargeld. Tot slot blijkt dat 27% van de spaarders tijdens de crisis spaargeld heeft verplaatst naar een andere bank. In de meeste gevallen ging het hierbij om meer dan de helft van het spaargeld.Meer dan 70% geeft aan de afgelopen 3 jaar geen spaargeld te hebben verplaatst naar een andere bank.
Negatieve crisiservaringen gaan gepaard met voorzichtig gedrag
Crisiservaringen blijken van invloed te zijn op spaargedrag. Spaarders die hebben ervaren dat hun bank failliet is gegaan of overheidssteun heeft ontvangen, worden voorzichtig. Zo winnen zij relatief veel informatie in over banken en spaarproducten. Ook zijn zij meer geneigd hun spaargeld te spreiden over meerdere banken. Tot slot vergroten negatieve crisiservaringen de kans dat spaargeld wordt verplaatst en de mate waarin dit gebeurt.
Goede kennis over toezicht gaat gepaard met voorzichtig gedrag
Een andere factor die spaargedrag beïnvloedt is de kennis die spaarders hebben over toezicht op banken. Spaarders met goede kennis weten bijvoorbeeld dat toezichthouders niet altijd kunnen voorkomen dat banken failliet gaan. Spaarders met relatief goede kennis over toezicht hebben realistischere verwachtingen ten aanzien van DNB en AFM. Verwachtingen zijn realistisch als ze in lijn zijn met de huidige gang van zaken of wat deze in de toekomst zou kunnen zijn. Zo is het realistisch te verwachten dat toezichthouders informatie over bankspecifieke problemen niet prijsgeven om te voorkomen dat mensen hun spaargeld massaal gaan weghalen. Spaarders met realistischere verwachtingen winnen relatief veel informatie in over spaarproducten en banken. Ook zijn zij sterker geneigd spaargeld te spreiden en minder sterk geneigd spaargeld vast te zetten. Kortom, realistische verwachtingen ten aanzien van toezichthouders leiden tot meer aandacht voor spaarbeslissingen en voorzichtiger spaargedrag. Toezichthouders doen er daarom goed aan om te proberen het kennisniveau van spaarders ten aanzien van toezicht te verbeteren.
Bron: DNB