Een (hypotheek)schuld wordt verrekend met spaartegoed onder depositogarantiestelsel
Een minder bekend detail van het depositogarantiestelsel is, dat voordat de aanspraak op uitkering wordt vastgesteld, er verrekend wordt. Verrekening houdt in dat de schulden van een rekeninghouder aan de bank (zoals een hypotheek of een consumptief krediet) per datum van toepassing van de noodregeling of faillietverklaring worden verminderd met diens bij de bank uitstaande deposito’s (o.a. spaargelden en rekening-couranttegoeden). Als er daarna een positief depositosaldo overblijft, kan de rekeninghouder dit claimen bij het depositogarantiestelsel, tot het maximum van de dekking.
In de uitvoering van het depositogarantiestelsel wordt ervan uitgegaan dat de rekeninghouder optimaal gebruik maakt van zijn mogelijkheden tot verrekening, alsof er geen DGS was geweest. Of er verrekend kan worden, is afhankelijk van de toepasselijke wettelijke bepalingen en/of van de inhoud van de overeenkomsten tussen de bank en de rekeninghouder. Of verrekening daadwerkelijk mogelijk is, dient DNB van geval tot geval te beoordelen.
Een praktijkvoorbeeld:
U heeft € 50.000 op een spaarrekening staan bij DSB voor een verbouwing of ander bestedingsdoel en ook een DSB hypotheek (=schuld) van €250.000. Dan blijft u zitten met een DSB hypotheek van €200.000 en €0 op de spaarrekening.
Bron: DNB