Het kabinet wil dat banken voortaan vooraf premie gaan betalen voor het depositogarantiefonds. Hieruit worden gedupeerde spaarders gecompenseerd, mocht een van de banken failliet gaan. |
De hoogte van de inleg wordt vooral bepaald door het risicoprofiel van elke bank (de vervuiler betaald). Dit voorstel is gisteren door het kabinet goedgekeurd. Het maakt onderdeel uit van de toekomstvisie voor de financiële sector. Wel dient er nog internationaal overleg plaats te vinden. Mogelijk gaat de afwikkeling van 3 maanden naar 20 dagen en mogelijk kunnen deposito’s door een andere bank overgenomen worden. Volgens het kabinet is het Europese perspectief belangrijk.
Huidige systematiek van het depositogarantiestelsel (DGS)
In de huidige systematiek financieren de banken het depositogarantiestelsel achteraf, of op ex post basis. Dat wil zeggen dat banken pas betalen op het moment dat een bank niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. De faillerende bank betaalt zelf niet mee. Hierdoor ervaren banken niet tijdig de juiste prikkels en is free rider gedrag mogelijk omdat banken initieel kosteloos deel kunnen nemen aan het depositogarantiestelsel. Een ander nadeel van het huidige depositogarantiestelsel is dat de lasten ervan geconcentreerd in de tijd optreden. Deze zijn bij omvangrijke deconfitures moeilijker te dragen voor de overige banken in een periode van laagconjunctuur, waardoor het stelsel mogelijk procyclisch werkt.
Toekomstvisie van de garantie systematiek
Deze problemen kunnen worden opgelost met een vooraf, of ex ante, gefinancierd fonds. Bij ex ante financiering betalen banken periodiek een op het risicoprofiel van banken gebaseerde premie aan een fonds. Dit fonds wordt gebruikt wanneer er een beroep op het stelsel wordt gedaan. Zo’n stelsel heeft belangrijke voordelen. De failliete bank heeft meebetaald aan het depositogarantiestelsel waardoor free rider gedrag wordt tegengegaan. De op risico’s gebaseerde periodieke premies bewerkstelligen bovendien dat er tijdige, marktconforme prikkels bestaan. Een ander voordeel van het ex ante gefinancierde stelsel is dat de kosten van het stelsel worden gespreid in de tijd, en deelnemende banken dus minder hoeven te betalen op het moment dat een bank failliet gaat (waarmee het stelsel minder procyclisch werkt). Doordat er bovendien een premie wordt betaald en een fonds wordt gevormd, zijn banken en (indirect) spaarders zich meer bewust van bijkomende verplichtingen van deposito’s. Het stelsel zal daardoor bijdragen aan de financiële stabiliteit, omdat risico’s worden beprijsd.
Het is niet efficiënt en gewenst om een fonds op te bouwen dat zo groot is dat het alle denkbare deconfitures kan financieren. Daarom kiest het kabinet er voor om een ex ante gefinancierd stelsel uit te werken, waarin banken een premie betalen die mede gebaseerd is op het risicoprofiel van de 42 individuele bank en waarin banken ex post aanvullend financieren wanneer het fonds niet toereikend blijkt te zijn.
Afwikkeling terug van 3 maanden naar 20 dagen
De afwikkeling van Icesave heeft nogmaals laten zien dat de uitvoering van het depositogarantiestelsel, en met name de afwikkeling van de claims, kostbaar en tijdrovend is. De urgentie om dit probleem aan te pakken wordt vergroot doordat in Europees verband is afgesproken om de uitkeringstermijn te verkorten tot 20 werkdagen. De NVB en DNB zijn in overleg hoe deze kortere uitkeringstermijn kan worden gerealiseerd.
Deposito’s mogelijk over te nemen door andere banken
Om de kostbare en tijdrovende afwikkeling van de claims door het depositogarantiestelsel te voorkomen, zouden de deposito’s bij betalingsonmacht van een bank kunnen worden overgenomen door een andere instelling, waarbij het depositogarantiestelsel deze overname financiert. In het Verenigd Koninkrijk is dit meerdere malen met succes gebeurd. Het kabinet wil onderzoeken hoe een dergelijke faciliteit in het Nederlandse stelsel zou kunnen worden geïntroduceerd.
Europees perspectief
De dreigende Europese “race to the top” (in contrast met de bekendere “race to the bottom” van het toezicht) illustreert de Europese dimensie van het depositogarantiestelsel. Op de langere termijn ziet het kabinet een Europees stelsel als het enige alternatief voor verschillende nationale depositogarantiestelsels in de EU. Een Europees depositogarantiestelsel heft verstoringen van het Europees level playing field op door in- en uitstapbelemmeringen weg te nemen. Het maakt bovendien Europese landen in dit opzicht vestigingsneutraal voor Europese banken.
Lidstaten zullen zich echter niet zonder meer willen committeren aan een Europees depositogarantiestelsel. Een voorwaarde voor een dergelijk stelsel is betrouwbaar (Europees) toezicht. Dit toezicht is ook een voorwaarde voor de bereidheid van (banken in) verschillende lidstaten om middelen over te hevelen naar een Europees stelsel. Het is niet zeker of er op korte termijn kan worden voldaan aan de (politieke) voorwaarden om over te gaan op een dergelijk stelsel.
Het kabinet ziet belangrijke voordelen in een ex ante gefinancierd Europees depositogarantiestelsel, en zal zich daar in de Europese discussie voor inzetten.
Bron: Kabinetsvisie toekomst financiële sector, 10-07-2009